Gebouwd als gemeentelijke 'Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen'. Die was in 1876 opgericht en vond hier in de tuin van het Armenhuis een plek. Aan de andere kant van het terrein, aan de Nieuwe Kerkstraat, werd tegelijk een leerschool gebouwd.
Er waren twee opleidingen: tot hulponderwijzer en tot hoofdonderwijzer. Iedereen met voltooide lagere school kon zich inschrijven voor de eerste opleiding, na het afleggen van een toelatingsexamen. De opleiding tot hoofdonderwijzer stond alleen open voor hulponderwijzers.
In een bericht in het Algemeen Handelsblad over de inschrijving stond het volgende:
Aan eenige mannelijke leerlingen, van het eerste en tweede leerjaar, die door ijver en aanleg uitmunten en aan tegemoetkoming behoefte hebben, kan eene toelage van Ę 75 per jaar voor elk verleend hebben. Het onderwijs en de schoolbehoeften worden kosteloos verstrekt. Indien de leerlingen echter onderwijs in het vioolspel genieten, zullen zij zich voor eigen rekening een instrument moeten aanschaffen.
Eerste directeur was Harmanus Bouman (1822-1899), uit Groningen. Hij bleef aan tot 1897.
In het eerste jaar volgden 119 kwekelingen de opleiding: 38 mannen en 81 vrouwen. De gemeente zag 'in het belang van het onderwijs' liever een minder ongelijke verhouding, zo schreef ze in een verslag.
Al in 1925 klaagde de kweekschool over ruimtegebrek. Er kwamen toen enkele dependances. In 1972 verhuisde de school naar een nieuw gebouw aan de Fred. Roeskestraat. Sinds 1970 heette de school Pedagogische Academie H. Bouman.
Het gebouw aan de Nieuwe Prinsengracht kwam toen in gebruik bij het Nutsseminarium van de Gemeente-Universiteit. Tegenwoordig biedt het onderdak aan diverse culturele organisaties, zoals het Letterenfonds (sinds 2011) en het Nationaal ComitƩ 4 en 5 mei.
Nieuwe Prinsengracht 89-91
Er zijn 16 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.