Eigenaar en aannemer Anton Marinus Oedekerk verbouwde in 1911 twee huizen met onbewoonbaar verklaarde woningen tot een pand met pakkelders en een woning en daarboven nog drie woningen.
Op alle bouwtekeningen staat alleen de naam van Oedekerk. Ons zijn van hem geen andere gevelontwerpen bekend; het is niet uitgesloten dat het hem door een ongenoemde architect is aangeleverd. Een jaar later bouwde hij in de Utrechtsedwarsstraat een nieuw dubbelpand, op de plek van afgebroken onbewoonbare woonhuizen; dat werd ontworpen door L. van der Tas.
Oedekerk (Amsterdam 1859 - Overveen 1939) woonde zelf destijds in de Vrolikstraat. De woningen en het souterrain van dit pand werden verhuurd.
In het souterrain kwam een magazijn van de Groningse suikerwerkfabrikant S. Meijer. De Joodse firma Meijer maakte onder meer citroenschilletjes, frambozenbonbons en rumbonbons. Vanuit het magazijn werd geleverd aan Amsterdamse bakkers en andere grootafnemers.
Latere gebruikers van het souterrain vóór WO II waren een fietsenmaker en sigarettenfabriek Mecedonka.
Eerste bewoners:
Prinsengracht 496-498
Er zijn 7 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.