Sloterweg 1200-1204

Selecties van bouwwerken

Gereedschap

Drie eenvoudige arbeiderswoningen uit het laatste kwart van de negentiende eeuw. Aanvankelijk waren ze geheel identiek. De voordeur van nummer 1204 is op een onbekend moment tussen 1953 en 1969 verplaatst naar de zijgevel. Nummer 1200 kreeg in 1956 twee ramen in de zijgevel.

De huizen werden in 1980 aangewezen tot gemeentelijk monument.

Achter nummer 1204 staat de banpaal van Sloten, de paal die vroeger aangaf tot waar het rechtsgebied van Amsterdam zich uitstrekte. De paal uit 1794 is een rijksmonument.

Opdrachtgever tot de bouw van de huizen was waarschijnlijk de rooms-katholieke parochie, de eigenaar van de grond. De kerk liet in 1922 achter de huizen een vergaderlokaal bouwen. Daar weer achter kwam in de jaren 1950 een kleuterschool. De huizen werden in de jaren 1980 aangesloten op de gemeentelijke riolering.

Wie de eerste bewoners waren hebben we niet kunnen achterhalen. Vanaf de jaren 1920 zijn er wel bewoners bekend. Ze waren allemaal katholiek.

Op nummer 1200 woonden in 1922 de kleermaker Cornelis P. van Nieuwmegen (Haarlemmerliede 1866 - Amsterdam 1933) en zijn vrouw Wilhelmina Maria IJzelendoorn (Haarlemmermeer 1866 - Amsterdam 1947).

In het middelste huis (1202) zat in de jaren 1920 de kruidenierswinkel van Maartje Louwen (Jisp 1850 - Amsterdam 1938) en haar dochter Maria. De winkel heeft er zeker tot in de jaren 1950 bestaan en wellicht langer. Een paar huizen verderop, op nummer 1210, kwam in 1922 ook een kruidenier; J. in 't Veld, van hervormde huize. Wellicht gingen protestantse Slotenaren naar In 't Veld en de katholieken naar Louwen.

Op nummer 1204 woonde tot zijn dood de kapper Karel Lautenschutz (Sloten 1844 - Amsterdam 1925). Zijn vrouw was in 1915 overleden.

Tot 1925 waren de huizen genummerd als A 176, A 177 en A 178.