1 augustus 1868 - 24 juli 1941
Johannes Hendricus Lesmeister werd geboren in Amsterdam. Hij groeide op bij zijn moeder en zijn stiefvader, een smid; zijn vader was in 1875 overleden. Over zijn opleiding is ons niets bekend.
Op zijn naam staan tientallen projecten met woningen en soms met winkels, vooral in Oud-Zuid en Oud-West, gebouwd tussen 1892 en 1917. De opdrachtgevers waren veelal aannemers en andere bouwondernemers die met een vaardige bouwkundige wilden werken, in tegenstelling tot de vele zelfbouwers in die tijd. Bij enkele projecten was zijn stiefvader betrokken, die inmiddels makelaar was geworden.
Zijn eerste zelfstandige project was vermoedelijk de hoek Jacob Catskade-Tweede Nassaustraat (1892), ontworpen in de stijl die destijds gangbaar was in de uitbreidingswijken. Latere ontwerpen maakte hij in de wat onbestemde "overgangsstijl", soms met invloed van de art nouveau. Het vermoedelijk laatste project dat hij als zelfstandige bouwkundige uitvoerde waren de huizen aan de westkant van het Van der Helstplein (ontwerp 1916). Vier projecten zijn nu gemeentelijke monumenten: winkelhuizen in de Haarlemmerstraat (1896) en op de Nieuwendijk (1901), en woonhuizen aan de Da Costakade (1903) en in de Spaarndammerstraat
Vanaf 1917 werkte Lesmeister als tekenaar bij de Gemeentelijke Woningdienst, tot hij eind 1933 met pensioen ging. De dienst was toen Lesmeister er werkte onder meer betrokken bij de aanleg van de tuindorpen in Noord. Het is echter onbekend aan welke projecten hij heeft meegewerkt. Op zijn naam staan wel vier bouwblokken aan Meteorenweg en Kometensingel, in het tuindorp Oostzaan; ze werden gebouwd in 1935-1936, dus na zijn pensionering.
Bij zijn koperen jubileum bij de Woningdienst meldden verschillende kranten dat hij bekend was als de ontwerper van onder meer café ’t Gouden Hoofd (1890) en de Hollandsche Schouwburg (1892). Die staan op naam van C.A. Bombach; misschien was Lesmeister in dienst bij Bombach voordat hij zelfstandig aan de slag ging.
Lesmeister trouwde in 1893 met Antonetta Maria Tijburg (Purmerend 1870 - Amsterdam 1941), met wie hij minstens negen kinderen kreeg. Hij overleed in juli 1941, een maand na zijn vrouw, in zijn woonplaats Nieuwer-Amstel.