Het voormalige poortgebouw van het Asterdorp, met een ruimte voor bijeenkomsten, een kantoor van de woningdienst en een badhuis. Het maakte deel uit van de buitenring van de buurt. Oorspronkelijk hoorden er twee woningen bij; die zijn gesloopt.
Asterdorp was een buurt met zo'n 130 kleine woningen gebouwd voor de huisvesting van gezinnen vooral afkomstig uit krotwoningen. Er waren drie criteria om in aanmerking te komen voor plaatsing: het veroorzaken van overlast, het verwaarlozen van de woning, en onregelmatige betaling van de huur of het hebben van een huurschuld. De buurt werd gezien als een woonschool voor "ontoelaatbaren". Het idee was dat de gezinnen hier een jaar zouden wonen onder toezicht van een woninginspectrice, voordat ze konden worden toegelaten tot bijvoorbeeld de Van der Pekbuurt. In ambtelijk jargon werd de buurt een "tijdelijk tehuis voor gezinnen" genoemd en hadden de woningen een "bijzondere bestemming".
Het dorp lag tussen Chrysantenstraat, Asterweg, Asterdwarsweg en Distelweg. De onderdoorgang van dit gebouw was de aanvankelijk de enige toegang tot het dorp; alle voordeuren lagen aan de binnenzijde. In 1932 kwam er aan de Asterweg een tweede toegang.
Een jaar eerder was aan het Zeeburgerpad een soortgelijke buurt gebouwd: het kleinschaliger opgezette Zeeburgerdorp.
Erg succesvol was het project niet: nog voor de Tweede Wereldoorlog werd het gestaakt. Onder potentiƫle bewoners bestond grote weerzin tegen het wonen in Asterdorp, mede door het stigma dat ermee samenging. En het project bleek niet effectief: de Woningdienst constateerde in 1938 zelf dat in twaalf jaar tijd slechts 115 gezinnen naar een reguliere gemeentewoning waren doorgestroomd. Veel gezinnen waren "op geen enkele wijze te helpen" en bleven hier wonen.
De zaal op de eerste verdieping van het poortgebouw was nadrukkelijk niet bedoeld voor vergaderingen. Wel werden er cursussen gegeven: handwerken (naaien, breien e.d.) voor vrouwen en meisjes, en handarbeid (tekenen, figuurzagen e.d.) voor jongens.
Het badhuis bevond zich in de noordoostelijke 'poot' van het poortgebouw. Er waren oorspronkelijk twee douchecellen en een ruimte met een kuipbad. Het was alleen toegankelijk voor bewoners van het dorp. Aanvankelijk moest er betaald worden voor een douche of bad, maar na een paar jaar werd het gebruik gratis gemaakt.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in Asterdorp eerst Rotterdammers gehuisvest die dakloos waren geworden door het bombardement in mei 1940. Later liet de Duitse bezetter er Joden wonen, voordat ze naar Westerbork werden vervoerd. De eerste verdieping diende toen als de Joodse lagere school van Noord, de school waar alle Joodse kinderen in Noord naartoe moesten. Dat waren er rond de twintig. Half juni 1943 kregen de bewoners die er na de razzia's nog waren de opdracht om naar de Transvaalbuurt te verhuizen. De school stond toen leeg.
In 1955 werd de buurt gesloopt, op dit gebouw na. Beeldhouwer AndrƩ Volten woonde en werkte er van circa 1952 tot zijn dood in 2002. Aanvankelijk huurde hij alleen de bovenverdieping, later gebruikte hij ook de begane grond. Hij sloot de onderdoorgang af met schuifdeuren.
Het voormalige poortgebouw werd in 2004 aangewezen tot gemeentelijk monument. Sinds circa 2015 is het een tentoonstellingsruimte met de naam Atelier Volten.
Asterdwarsweg 10
Er zijn 24 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.