Gaandeweg de negentiende eeuw werd het belang van een goede hygiëne door steeds meer mensen ingezien. Elke woning werd aangesloten op de waterleiding. Het heeft echter tot diep in de twintigste eeuw geduurd voordat elke woning een eigen bad of douche had. Veel mensen waren zodoende aangewezen op badhuizen, waar men tegen een kleine vergoeding een douche kon nemen.
Het eerste badhuis dat de gemeente zelf had gebouwd, werd in 1911 geopend aan de Funenkade. Het tweede volgde in 1916, aan de Zaanstraat. Er waren al langer 'volksbadhuizen', onder meer op het J.D. Meijerplein en op het Karthuizerkerkhof, beide gebouwd in 1890. Dat waren initiatieven uit de burgerij.
Het beheer van de gemeentelijke badhuizen viel aanvankelijk onder de Gezondheidsdienst, vanaf 1916 onder de Woningdienst en vanaf 1920 onder de Dienst WSBZ: de Dienst der Wasch- en Schoonmaak, Bad- en Zweminrichtingen.
Wethouder De Miranda kwam in 1920 met zijn 'Badhuizenplan', dat leidde tot de bouw van nog eens zeven badhuizen, veelal op prominente locaties om maar zoveel mogelijk mensen aan te sporen tot een wekelijks bad. Elke buurt was nu voorzien.
In 1933 werd in de gemeentelijke bouwverordening bepaald dat elke nieuwe woning een eigen douche moest hebben. Gaandeweg liep daardoor het bezoek aan de badhuizen terug. Op het hoogtepunt in 1956 werden 1,9 miljoen bezoeken gebracht aan de badhuizen; in 1986 waren het er nog 80.000. In de jaren 1980-90 werden de laatste badhuizen gesloten.
Een apart verhaal zijn de schoolkinderbaden. In 1895 werd de gymzaal van een school der 1e klasse in de Eerste Nassaustraat verbouwd tot douchezaal. Twee jaar later waren er nog twee scholen met zo'n badruimte, in de Eerste Van Swindenstraat en in de Valkenburgerstraat. De leerlingen kregen hier één keer per week een gratis douche, bekend als het 'commandobad'.
Het was een experiment dat aansloeg. De gemeente besloot een apart badhuis te bouwen in de Frederik Hendrikstraat (1901), het eerste centrale schoolkinderbadhuis. Leerlingen van de goedkoopste scholen, die der eerste en tweede klasse, konden daar wekelijks terecht. In 1908 volgde een tweede in de Voormalige Stadstimmertuin. Daarna werden nieuwe schoolkinderbaden gekoppeld aan gewone badhuizen. In het Badhuizenplan van De Miranda waren vijf extra dergelijke schoolkinderbaden voorzien.
In 1935 werden de centrale schoolkinderbaden gesloten, om in 1939 toch weer geopend te worden. Ze hebben zeker tot in de jaren 1950 voortbestaan.