Vijf woonhuizen. Op de gevelsteen staat "Houtkooperij. U 159". De U verwijst naar buurt U, de benaming van de buurt in de toenmalige wijkindeling. Op die plek was een doorgang naar het achterterrein, waar de houthandel Gebroeders Sebbelee was gevestigd. De gebroeders Sebbelee waren de opdrachtgevers voor de bouw van de huizen (hun naam werd ook wel geschreven als Sibbelee).
Het linker huis (155) is een herenhuis, de vier andere zijn woonhuizen met etagewoningen.
Eerste bewoners van nummer 155 waren Jan Coenraad Ceuvel (Amsterdam 1824 - 1884), zijn vrouw Catharina Margaretha Sebbelee (Amsterdam 1829 - Bussum 1895) en hun zoon Johannes Lodewijk Ceuvel (Jitsje; Amsterdam 1862 - Naarden 1911).
De gebroeders Petrus (Amsterdam 1838 - 1900) en Hendrik Willem Sebbelee (Amsterdam 1841 - 1918) woonden tot 1891 op nummer 159. Toen verhuisden ze naar Plantage Prinsenlaan 13: Hendrik Willem met zijn gezin, en Petrus als inwonende broer. Hun bedrijf was in 1865 formeel opgericht. Catharina Margaretha was hun oudere zus, en J.C. Ceuvel dus hun zwager.
Houthandel Sebbelee werd in 1894 opgeheven.
De huizen hebben een link met de scheepwerf Vredenhof, die destijds achter de nummers 171-173 lag. Dat was een werf die al in de achttiende eeuw genoemd werd. In de periode 1830-1860 wordt in kranten veelvuldig gesproken over "scheepsbouwmeester J.L. Ceuvel van de werf Vredenhof". Dat was de vader van J.C. Ceuvel. Hij was ook scheepsbouwmeester van de werf Dageraad, gelegen aan het eind van de Kadijk. En hij werkte voor de machinefabriek van Van Vlissingen, aan de overzijde van de Nieuwe Vaart. Na zijn dood in 1864 zette zijn zoon zijn werk voort onder de naam "Wed. J.L. Ceuvel". Nadat de weduwe in 1865 overleed werd die naam een tijd niet meer gebruikt. J.C. Ceuvel bleef verbonden aan Vredenhof, als directeur maar niet als eigenaar. Volgens een krantenbericht uit 1866 was hij toen ingenieur-scheepsbouwmeester aan de werven van Van Vlissingen en Dudok van Heel. Vredenhof was toen kennelijk eigendom van de machinefabriek.
De website Schippers- & Scheepshistorisch Onderzoek stelt dat vanaf 1871 Petrus Sebbelee eigenaar was, en vanaf 1889 diens jongere broer, scheepsbouwmeester Willem Sebbelee (1845-1915). De jongere J.L. Ceuvel verleende in 1890 aan Willem Sebbelee het recht om de naam "Wed. J.L. Ceuvel" te gebruiken voor de werf Vredenhof. Blijkbaar vond Sebbelee dat gunstig voor de reputatie van de werf, misschien ook omdat de naam Vredenhof deed denken aan een begraafplaats. Hij woonde destijds op nummer 173, voor de werf dus. De firma Wed. J.L. Ceuvel nam in 1911 de Kromhoutwerf over. Het bedrijf werd in 1967 overgenomen door concurrent en collega De Volharding, waarop alle activiteiten verplaatst werden naar de Korte Papaverweg.
Van 1905 tot 1917 woonde op nummer 155 ingenieur Heyme Goedkoop met zijn gezin. Goedkoop was een zoon van Daniƫl Goedkoop, de eigenaar van 't Kromhout en van de veel grotere scheepsbouwer NSM op Oostenburg. Vanaf 1911 was Heyme onderdirecteur van de NSM.
De huizen zijn gemeentelijke monumenten sinds 2004.
Hoogte Kadijk 155-163
Er zijn 13 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.