Drie dienstwoningen voor de doodgraversknechten van de Nieuwe Oosterbegraafplaats.
Tot de eerste bewoners behoorden Adrianus Cornelis Schönhage (Amsterdam 1844 - Watergraafsmeer 1907), zijn vrouw Sophia Wilhelmina Pendraat (Amsterdam 1845 - 1933) en hun twee kinderen. Schönhage was eerder ook knecht geweest op de oude Oosterbegraafplaats.
Een andere doodgraversknecht was Johannes Jacobus Röhner (Haastrecht 1851 - Amsterdam 1935), die ook eerder op de oude Ooster werkte. Hij en zijn gezin woonden hier slechts een half jaar: in februari 1894 gingen ze terug naar Amsterdam. Wellicht vond Röhner de woning te klein voor hem, zijn vrouw Berendina Jansen (Assen 1855 - Amsterdam 1928) en hun zes kinderen.
Dienstwoningen Nieuwe Ooster. Kruislaan 130-134
Er zijn 4 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.