1854 - 1980
Een timmerman, een metaalgieter en vier schilderspatroons richtten in 1854 de Maatschappij tot verbetering van den werkenden stand op. In 1868 werd de naam gewijzigd tot Maatschappij voor den werkenden stand.
Doel van de vereniging was het bevorderen van de "zedelijke en stoffelijke belangen" van werkbazen en knechten in verschillende vakken.
Een van de eerste activiteiten was de afdeling Straatreiniging (1855). Het was een werkverschaffingsproject: in opdracht van de gemeente veegden 'oude en gebrekkige werklieden' bruggen, pleinen en markten schoon. In 1877 zette de gemeente een eigen dienst Stadsreiniging op, maar de veegdienst van de Maatschappij was tot in de jaren 1940 actief. Ze was in 1903 hernoemd tot Afdeling Werkverschaffing; naast straatvegers leverde ze ook straatschrobbers en puttenscheppers.
Andere afdelingen:
Het Weldadig Fonds hielp werklieden die door een ongeval of ziekte in nood waren geraakt. Voor het geld werd gecollecteerd, onder meer door bussen op te hangen in werkplaatsen. Met de invoering van de Ongevallenwet in 1901 werd het overbodig.
De afdeling voor vrouwen hield zich vooral bezig met het verstrekken van naaimachines op afbetaling. Door concurrentie van winkeliers werd ze in 1884 opgeheven.
Vanaf 1886 was er ook een Arbeidsbeurs, die in 1907 werd overgenomen door de gemeente en verderging als Arbeidsbureau. De Arbeidsbeurs van de Maatschappij was de eerste van Nederland.
De belangrijkste activiteiten van de Maatschappij lagen op het gebied van het onderwijs. Ze richtte in 1861 een Ambachtsschool op, een van de eerste van Nederland, aanvankelijk gevestigd in de Gravenstraat en vanaf 1868 in een door G.B. Salm ontworpen gebouw aan de Weteringschans. Directeur was van 1867 tot 1890 Jacob Olie, tegenwoordig vooral nog bekend vanwege zijn magnifieke foto's van Amsterdam. Er volgden nog diverse andere ambachtsscholen, verspreid over de stad. In 1914 kwam de afdeling Ambachtsscholen geheel los te staan van de Maatschappij. De afdeling heeft nog tot 1996 bestaan, op het eind als Vereniging Beroepsonderwijs Amsterdam.
De maatschappij dreef vanaf 1863 ook een Industrieschool. Waar de Ambachtsscholen voorlopers waren van de LTS, was de Industrieschool de voorganger van de MTS. De Industrieschool was aanvankelijk alleen toegankelijk voor zonen van leden maar vanaf 1878 voor iedereen. Voor meisjes werd toen een aparte onderafdeling opgericht. De lessen werden vanaf 1883 gegeven in het verenigingsgebouw aan de Kloveniersburgwal. Diverse later vooraanstaande architecten hebben er 's avonds tekenonderwijs genoten, terwijl ze overdag in de praktijk werkten. De meisjesschool (Dagteeken- en Kunstambachtsschool voor Meisjes) splitste zich in 1908 af en ging verder in een eigen gebouw in de Gabriƫl Metsustraat.
Door de opheffing rond 1800 van de gilden en daarmee van de meester-gezel-opleidingen was technisch onderwijs vrijwel geheel verdwenen uit Amsterdam. Met de scholen voor beroepsonderwijs heeft de Maatschappij een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de industrie en de bouwnijverheid in Amsterdam.
De twee kosthuizen stonden in de Korte Leidsedwarsstraat en op Rapenburg.
De Maatschappij werd rond 1980 ontbonden.