1856 - 1981
De Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij werd in 1856 opgericht door een aantal Amsterdamse ondernemers waarvan de geboren Duitser C.W.J. Ramann de voornaamste was. De rederij kreeg vrijwel onmiddellijk het predicaat 'koninklijk'. In de beginjaren werd alleen op Europese bestemmingen gevaren, met vracht, maar later ook verder weg en met passagiers.
Laden en lossen gebeurde aanvankelijk op een steiger in het Oosterdok en vanaf 1868 op een steiger voor het toenmalige hoofdkantoor aan de IJgracht (Prins Hendrikkade 161). In 1876 of 1877 kreeg de rederij de beschikking over een etablissement (een veredelde loods) op Kattenburg aan de Nieuwe Vaart. Dat complex was verbonden met het spoorwegnetwerk. Wel werd het na verloop van tijd ongeschikt voor de steeds groter wordende zeeschepen.
In 1903 kreeg de KNSM het oostelijk deel van het IJ-eiland tot haar beschikking, dat al snel het KNSM-eiland genoemd werd. De rederij bouwde er een aantal kantoren en zes grote loodsen, voor zover bekend allemaal ontworpen door de Gebroeders Van Gendt.
Het hoofdkantoor verhuisde in 1916 naar het Scheepvaarthuis.
De rederij verplaatste in 1979 de overgebleven activiteiten naar het westelijk havengebied; gebouwen en terreinen in het Oostelijk Havengebied werden overgenomen door de gemeente. In 1981 werd de rederij overgenomen door de Rotterdamse concurrent Nedlloyd.