20 mei 1829 - 12 januari 1907
Coenraad Wiegand werd in 1829 geboren in Amsterdam. Zijn gelijknamige vader overleed vermoedelijk al in 1838; zijn moeder Hendrika Bölt verdiende de kost als beheerder van een bank van lening. Wiegand werd opgeleid tot timmerman. Zoals veel timmerlieden werd hij ook aannemer; daarnaast werd hij in 1854 makelaar. In de jaren 1880 was hij ook actief als 'tegenschatter', contra-taxateur bij belastingzaken.
Wiegand speelde een belangrijke rol bij de totstandkoming van een deel van de Oosterparkbuurt, het deel rond de vier pleinen die naar bomen werden vernoemd. Hij was voorzitter van de directie van de Maatschappij tot Exploitatie van Bouwterreinen, een van de bouwondernemingen in de buurt. Deze MEB wist in 1881 een aangepast stratenplan aanvaard te krijgen door de gemeente. In het uitbreidingsplan-Kalff uit 1877 waren hier alleen rechte straten voorzien. Het plan van de MEB voorzag in een paar bochten en vooral in de aanleg van vier pleinen: Kastanje-, Eiken-, Beuken- en Iepenplein. In de directie van de MEB zaten ook twee andere veelbouwende makelaars, J.W. Hartgerink en H.D. Kramer. Zelf ontwierp Wiegand enkele tientallen huizen in de buurt, in het oostelijke deel.
Voor de kinderopvangorganisatie van Femina Muller ontwierp hij de gebouwen in de Van Swindenstraat (1891), Vinkenstraat (1903) en vermnoedelijk ook de Van Ostadestraat (1900). Van zijn hand waren ook de twee inmiddels afgebroken villa's (1879) in de reeks aan de Weteringschans.
Wiegand trouwde in 1858 met Theodora Maria Oort (1834 - 1859), in 1868 met Johanna Maria Dorothea Evenblij (1843-1872), een weduwe, en in 1875 met Cornelia Margaretha Jong (geb. 1850). Zijn zoon Coenraad Wiegand jr. (1870-1932), een bouwkundige, werd in 1893 vennoot in het aannemersbedrijf. Vanaf 1902 dreef junior de zaak zelfstandig. Coenraad Wiegand senior overleed in 1907 en werd begraven op Zorgvlied.