Rij woonhuizen, allemaal ontworpen door Wiegand, maar niet gelijktijdig gebouwd. 255-261 waren in 1883 als eerste gereed, hetzelfde jaar nog gevolgd door 251-253 en 263-265. De andere huizen volgden in plukjes.
Ze werden gebouwd voor de in 1881 opgerichte NV Maatschappij tot exploitatie van bouwterreinen, waarvan Wiegand directeur was. In de oprichtingsakte werd de landbouwer Jan Albert van den Berg genoemd als grootste aandeelhouder, met bijna de helft van het totale aantal aandelen. Andere deelnemers waren vooral makelaars (waaronder Wiegand) en enkele particulieren. Naast Wiegand waren ook de aannemer-makelaars J.W. Hartgerink en H.D. Kramer lid van de directie.
De maatschappij was eigenaar van terrein ten zuiden van het Oosterpark. Ze stelde een bebouwingsplan op dat de rechte straten van het plan-Kalff verlevendigde met enkele pleinen en bochten. In 1882 werd het eerste project aanbesteed, acht woonhuizen.
Wellicht was het land oorspronkelijk eigendom van Van den Berg. Volgens het bevolkingsregister woonde die veehouder vanaf 1873 op het adres Linnaeusstraat 30 en verhuisde hij in 1882 naar Abcoude. Dat jaar werd begonnen met het ophogen van het land om er bouwterrein van te maken.
Nummer 245-huis was in 1941 het laatste adres van Klaartje Walvisch en haar man Joseph de Zwarte. Walvisch (Amsterdam 1911 - Sobibor 1943) werd in 2009 geĆÆdentificeerd als de auteur van een dagboek over het leven van gevangenen in de Hollandsche Schouwburg en de kampen Vught en Westerbork. In 2017 werd een brug in het Oosterpark naar haar vernoemd.
Nummer 261 was vanaf de jaren 1950 enkele decennia in gebruik als pension. Aanvankelijk trok het Nederlandse gasten, later woonden er veel Italiaanse, Turkse en Surinaamse immigranten. Het is nu weer een woonhuis.
Nummer 265 werd vanaf 1970 bewoond door schrijfster Marga Minco (1920-2023) en haar man, de dichter en vertaler Bert Voeten (1918-1992). Zij woonden daarvoor in het Witsenhuis, aan de andere kant van het blok. Naast hen op nummer 263 woonde vanaf 1977 de uitgever Bert Bakker jr. (1942-2022).
Oorspronkelijke adressen, tot circa 1896: Tweede Parkstraat 149-177.
Deze kant van de Tweede Oosterparkstraat tussen Kastanjeweg en Linnaeusstraat wordt naar verluidt in de volksmond wel eens het Fluwelen Eindje genoemd. Dat is een al dan niet sarcastisch bedoelde erenaam die ook elders gebruikt werd voor stukjes straat die er relatief mooi uitzien of waar relatief 'hoogstaande' mensen woonden.
Tweede Oosterparkstraat 243-271
Er zijn 19 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.