16 maart 1918 - 14 januari 1999
Aldo Ernest van Eyck werd geboren in Driebergen, groeide op in de buurt van Londen en studeerde in Zürich aan de Eidgenössische Technische Hochschule.
Hij bewonderde naar eigen zeggen het werk van Jan Duiker, maar sloeg zelf een andere weg in. Zijn stijl wordt structuralisme genoemd, vrij vertaald een stijl gebaseerd op de manier waarop cellen samenhangen. Het beste voorbeeld daarvan is waarschijnlijk het nieuwe Burgerweeshuis (1960) langs de Amstelveenseweg. 'Small is beautiful' zou zijn motto kunnen zijn geweest, menen sommigen.
Andere bekende werken in Amsterdam zijn de bejaardenwoningen in Slotermeer-noord en de Hubertusschool aan de Plantage Middenlaan. Van Eyck werkte ook mee aan het Pentagon van Theo Bosch. Met Bosch vormde hij van 1971 tot 1982 een bureau.
Naast gebouwen heeft Van Eyck honderden speelplaatsen ontworpen. Hij begon daarmee toen hij bij Publieke Werken werkte, tussen 1947 en 1951. De afdeling Stadsontwikkeling had bedacht dat elke buurt minstens één openbare speelplaats moest hebben, met onder meer een zandbak en een klimboog. De eerste werd aangelegd op het Bertelmanplein. Vooral in de jaren '50 en '60 werden veel speelplaatsen ontworpen door Van Eyck aangelegd in de uitbreidingswijken. De enige die nu nog intact is, ligt aan de Witte Klok in Osdorp.
Tot zijn leerlingen behoren Joop van Stigt, die meewerkte aan het Burgerweeshuis, en Herman Hertzberger.
In Zürich had Van Eyck zijn vrouw Hannie van Roojen (1918-2018) leren kennen, die daar ook architectuur studeerde. Ze trouwden in 1943. Het paar werkte veel samen; vanaf 1982 dreven ze samen een bureau, A+H van Eyck Architecten.