Hier stond van 1882 tot 1965 het Nederlandsch Panopticum, een wassenbeeldenmuseum.
Het dertig meter brede gebouw kwam op de plek waar de familie Roetemeijer ruim twintig jaar een cafƩ en slijterij had uitgebaat. Dat bedrijf werd voorgezet op de begane grond van het nieuwe pand. Aan de achterkant kwam een achttien meter hoge wintertuin. Het eigenlijke panopticum was op de bovenverdiepingen ondergebracht.
De tuin van cafƩ Roetemeijer was sinds 1879 bereikbaar geweest via een passage met winkeltjes door het pand rechts ervan. De passage werd opgenomen in het nieuwe gebouw.
De wassen poppen van het panopticum waren vervaardigd in een ruimte van het Paleis voor Volksvlijt door de firma Castan uit Berlijn. Behalve de te verwachten beelden van leden van het koningshuis en van allerlei beroemdheden was er ook een ruimte ingericht als een woonkamer van het eiland Marken, met een vissersgezin. Na een jaar kwam er ook een Hindeloper kamer. Er was verder een gruwelkamer en een zaal waar het publiek in stereoscopen foto's van allerlei plekken op aarde kon bekijken.
Het initiatief voor het panopticum was uitgegaan van architect Theodor Sanders, zijn zakenvriend Jacob Hartsen en AKO-kioskenexploitant Martin Wolff. Zij hadden daartoe de NV tot Exploitatie van het Nederlandsch Panopticum opgericht. De gebroeders Roetemeijer werden grootaandeelhouders door het bouwterrein met opstallen in te brengen.
Panopticum en cafƩ-restaurant werden lyrisch ontvangen in de pers en het uitgaanspubliek was enthousiast en stroomde massaal toe. Later liep de interesse terug. Het cafƩ werd in 1912 verbouwd (architect: Willem Kromhout) tot een variƩtƩ-theater, vanaf 1915 Centraal Theater geheten. De zalen van het panopticum werden in 1919 ingericht als kantoorruimte van de nabijgelegen Amsterdamsche Bank, die het hele pand had gekocht. De wassen inventaris werd geveild.
Bij de opening van het panopticum in 1882 repte het Algemeen Handelsblad van "een instelling, die in een wereldstad te huis behoort". Vijftig jaar na de sluiting van het panopticum kreeg Amsterdam in 1969 een nieuw wassenbeeldenmuseum toen Madame Tussaud's een vestiging opende in de Kalverstraat.
De eerste avonden in het theater waren een mix van toneel en film. Van 1930 tot 1946 was het de vaste speelplaats van het Centraal Tooneel, een gezelschap dat iets serieuzer werk speelde dan in de beginjaren in het theater vertoond werd. De laatste voorstelling in 1965 werd gegeven door cabaretier Wim Sonneveld.
De AMRO-bank liet het pand in 1965 slopen om plek te maken voor een uitbreiding van de bank.
De huisnummers van het panopticum-pand waren 16 en 18. De passage had huisnummer 14. Na de sloop is de nummering in de straat gewijzigd.
Amstelstraat 16-18
Er zijn 53 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.