Het Paleis voor Volksvlijt, het magnum opus van stedenbouwer Samuel Sarphati en architect Cornelis Outshoorn.
Sarphati had in 1851 op de Londense Wereldtentoonstelling het Crystal Palace gezien, en wilde in Amsterdam een soortgelijk gebouw oprichten. In zijn plan maakte het deel uit van een nieuwe stadswijk aan beide zijden van de Amsteloevers. Voor de bouw van het Paleis richtte hij de Vereeniging voor Volksvlijt op, die het benodigde kapitaal bijeen moest brengen.
De bouw begon in 1858 en in 1864 was het Paleis gereed. Er ontstond vertraging doordat een deel van het in Engeland gegoten ijzerwerk werd afgekeurd; kranten konden daarop trots melden dat de Nederlandse ijzergieters waar toen alsnog een beroep op werd gedaan, beter werk leverden.
De gemeente had in 1858 de locatie aangewezen en de grond afgestaan, zij het tegen betaling. De Vereniging moest ook de afbraak van de Utrechtsepoort betalen, en draaide op voor de kosten van het verleggen van leidingen en van het verleggen en deels dempen van de Singelgracht.
Op dinsdag 12 augustus vond de feestelijke opening plaats. De toespraken van Sarphati, de commissaris der koning en beschermheer prins Frederik werden muzikaal omlijst met uitvoeringen van de Jubel-ouverture van Von Weber, het Lobgesang van Mendelssohn en het Halleluja van HƤndel. 's Avonds was er een muziekfeest en vuurwerk.
Het 126 meter brede gebouw was voornamelijk opgetrokken uit gietijzer en glas, en op het hoogste punt 64 meter hoog. De grote, centrale zaal mat 112 bij 31 meter. Aan weerszijden daarvan waren vier bijzalen. Tussen het Paleis en de Singelgracht was een tuin aangelegd.
Het gebouw werd bekroond met een verguld zinken beeld van een gevleugelde Victoria dat alles symboliseerde waar het paleis voor moest staan. In haar linkerhand had ze een lauwerkrans ter bekroning van kunst en nijverheid. In haar rechterhand droeg ze de fakkel van de Verlichting.
Belangrijkste doel van het gebouw was het tonen van de producten van nijverheid, landbouw en handel. De eerste grote tentoonstelling vond plaats in april 1865: een "Algemeene Tentoonstelling van Voortbrengselen van Tuinbouw". Naast tentoonstellingen werden er ook concerten georganiseerd, en waren er zalen waarin kunst werd getoond.
In 1883 werd rond de tuin een winkelgalerij gebouwd, ontworpen door Dolf van Gendt, om de exploitatie van het Paleis kostendekkend te maken.
In de nacht van 18 op 19 april 1929 brandde het Paleis af. De brand was vermoedelijk veroorzaakt door kortsluiting. De gietijzeren constructie was niet bestand tegen de hitte van het vuur, zodat het gebouw geheel ineen zakte. De galerij bleef wel overeind; die werd in 1960-1961 afgebroken ten behoeve van het gebouw van de Nederlandsche Bank.
Tijdens de bouw van het kantoor van de Nederlandsche Bank werd in de kop van een oude heipaal een loden koker gevonden. Daarin zat een document met de handtekeningen van de aanwezigen bij het slaan van de eerste paal van het Paleis, op 7 september 1858.
Paleis voor Volksvlijt. Frederiksplein 56
Er zijn 347 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.