27 november 1847 - 23 juli 1927
Theodorus Sanders werd geboren in Amsterdam als zoon van een welgestelde, orthodox-protestantse makelaar. Hij groeide op aan de Herengracht en op het familiebuiten in Oosterbeek. Het middelbare onderwijs van Sanders bestond uit drie jaar aan de Handelsschool van Sarphati in de Spinhuissteeg gevolgd door een jaar aan de eerste hbs aan de Herengracht. Van 1867 tot 1873 studeerde hij bouwkunde en civiele techniek aan de Polytechnische School in Delft. Daarna volgde hij een half jaar colleges aan de Technische Hochschule van Wenen.
Sanders vestigde zich in 1875 als zelfstandig architect in Amsterdam, met kantoor in de Spuistraat. Zijn eerste grote project was een villapark in Apeldoorn (1875-1880). In Amsterdam ontwierp hij onder meer enkele herenhuizen in de Sarphatistraat, met koetshuizen (1878-1880). Voor dezelfde opdrachtgever, I.E. Teixiera de Mattos, was in 1877 een kolossale villa gebouwd in Baarn, ook ontworpen door Sanders (afgebroken).
In 1881 was Sanders bezig met de voorbereidingen voor de bouw van een wassenbeeldenmuseum, het Panopticum in de Amstelstraat (gereed 1882, afgebroken 1965). Hij was de initiatiefnemer, samen met een zakenvriend. Hij nam een bouwkundig tekenaar aan om hem bij te staan: de toen 25-jarige H.P. Berlage. Na enkele jaren werd Berlage compagnon en tekenden ze hun werk met 'Sanders en Berlage'. Enkele werken van het bureau waren de winkel van Focke & Meltzer in de Kalverstraat (1886) en een badhotel in Baarn (1888, grotendeels afgebroken). Ook nadat Berlage in 1889 voor zichzelf begon stond hij Sanders nog incidenteel bij.
Vanaf 1889 legde Sanders zich toe op de aanleg van spoorverbindingen. Al tijdens zijn studie had hij daar interesse voor getoond. Hij was in 1889 al jarenlang bezig met het verkrijgen van toestemming voor de aanleg van een netwerk van stoomtramverbindingen tussen Amsterdam en omliggende plaatsen. Die zouden in de stad verbonden worden door een ringspoor ter hoogte van de Ceintuurbaan. De gemeente Amsterdam volhardde echter in de keuze voor de paardentrams van de AOM.
Een onderdeel van het plan uit 1881 voor de ringlijn was een nieuwe brug over de Amstel. Sanders maakte een ontwerp met op de brug een ruim vijftig meter hoge uitkijktoren annex horecagelegenheid. In 1903 bouwde de gemeente de Nieuwe Amstelbrug alsnog, zij het zonder toren. Ontwerper was nota bene Hein Berlage.
Een ander onderdeel van het tramplan was een verbindingsweg tussen de Dam en het westelijk deel van de stad, die hij de naam Raadhuisstraat gaf (1884). De verbinding kwam er in 1895, zij het zonder betrokkenheid van Sanders.
Enkele andere tramplannen van Sanders kwamen wel van de grond. Vanaf 1882 reden er over de Haarlemmerweg stoomtrams tussen het Nassauplein en Sloterdijk, waarschijnlijk mede gefinancierd door Teixiera de Mattos. Veel significanter was de in 1888 geopende stoomtramlijn tussen Amsterdam en Edam. Die Waterlandse Tram kreeg in 1894-1895 een vertakking naar Purmerend en Alkmaar. Sanders was oprichter en directeur van het bedrijf dat de lijn had aangelegd en exploiteerde, de Noord-Hollandsche Tramweg Maatschappij. De Waterlandse Tram was van belang voor de ontsluiting van Waterland. Ook bracht de tram toeristen naar schilderachtige plekken als Volendam en Marken.
Het beginpunt van de tram in Amsterdam lag bij de Valkenweg, ongeveer waar nu het IJpleinveer aanlegt. Vanaf het Stationsplein voer een pont heen en weer over het IJ naar het tramstation. Samen met Berlage tekende Sanders in 1888 een wachthuisje op het Stationsplein. Dat werd in 1911 vervangen door het Noord-Zuid-Hollands Koffiehuis.
Buiten Nederland was Sanders betrokken bij de bouw van een panoramagebouw in Kopenhagen (1881, afgebroken 1887) en een spoorlijn rond de Etna op Siciliƫ (Circumetnea; 1890-1892). In Nederland was hij kort politiek actief, met progressief-liberale standpunten: als lid van Provinciale Staten van Noord-Holland (1898-1902) en als wethouder in Amersfoort (1909-1910).
Samen met zijn vrouw Catharina Huidekoper (Cateau; 1863-1924) betrok hij in 1900 de linkerhelft van een zelf ontworpen dubbele villa aan het Vondelpark. Sanders en Huidekoper waren in 1887 getrouwd, toen hij nog in de Spuistraat woonde. In 1894 verhuisden ze naar Roemer Visscherstraat 9 en drie jaar later naar nummer 50. Beiden zetten zich in voor arbeiders- en vrouwenrechten en onderwijsvernieuwing. Na enkele jaren bij het Vondelpark verlieten ze de stad voor een eveneens door Sanders ontworpen villa in Amersfoort (1906; afgebroken 1987). Sanders werd in 1920 getroffen door een beroerte. Hij overleed in 1927 in het huis van zijn zoon in het Engelse Knowsley.