Poldergemaal met dienstwoning aan de Ooster Ringdijk. Afgebroken in 1983. Het pompte water uit de laaggelegen Watergraafsmeer omhoog naar de Ringvaart. Het uitlaatkanaal van het gemaal doorsneed de Ringdijk.
De woning bevond zich op straatniveau, boven de machinekamer, en telde drie kamers en een keuken. Aan de westkant was een kantoortje. Boven woning en kantoor was nog een zolderverdieping.
Het eigenlijke gemaal was een elektrisch aangedreven centrifugaalpomp van machinefabriek Jaffa uit Utrecht.
Het gemaal stond waar nu het oostelijke talud van de Ring A10 ligt, het oostelijke deel van de ringweg om Amsterdam dat in de jaren 1980 werd aangelegd. De ringweg volgt hier het traject van de ringvaart. Doordat met de komst van de snelweg ook de ringvaart verdween, herinnert niets meer aan de oorspronkelijke situatie. De functie van het poldergemaal werd overgenomen door een nieuw gemaal dat iets naar het noordwesten gebouwd was.
Dit bijzondere bouwwerk in de stijl van de Amsterdamse School verving vermoedelijk de poldermolen die enkele tientallen meters naar het westen in de polder stond. Die moest ook wijken voor de ringweg. De romp ervan werd in 1990 hergebruikt voor de molen van Sloten, aan de westkant van Amsterdam.
Het gemaal werd gemengd ontvangen. Het Algemeen Handelsblad noemde het in 1926 "allermerkwaardigst" - merkwaardig betekende toen nog zoiets als bijzonder. Schrijver en journalist Cornelis Veth nam het in 1936 op in een boek over hedendaagse architectuur met de veelzeggende titel De ontluistering van ons land.
Machinisten die hier woonden:
Ooster Ringdijk 58
Er zijn 8 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.