Het monument is volgens het opschrift opgedragen "aan de beschermers der Nederlandse Joden in de oorlogsjaren". Het was een van de eerste oorlogsmonumenten in Amsterdam, zo niet het eerste. De officiële naam was "Herdenking Burgerzin Amsterdamse bevolking tegenover de joodse bevolking"; het staat bekend als het Monument van Joodse Erkentelijkheid.
Kort na de oorlog wilden leden van de Joodse gemeenschap een monument oprichten voor de omgekomen leden van de gemeenschap. Het zou op het J.D. Meijerplein moeten komen, tussen de belangrijkste synagogen van de stad. Het gemeentebestuur gaf daar geen toestemming voor; het wilde één monument voor alle slachtoffers.
Het initiatief voor dit alternatieve monument ging uit van een comité onder voorzitterschap van M. de Hartogh, een arts en lid van de gemeenteraad. Hijink en Wallet (2023) stellen dat voorstanders van het monument het zagen als een manier om Nederland te laten weten dat de Joden zich konden vinden in het destijds overheersende narratief van Nederland als land van heldhaftig verzet, en dat ze weer opgenomen wilden worden in de Nederlandse samenleving. Naar verluidt was er ook enige druk 'van hogerhand' (Stoutenbeek & Vigeveno); zo zou koningin Wilhelmina in de zomer van 1945 gezegd hebben dat ze het vreemd vond dat er zo weinig dankbaarheid was voor de mensen die Joden hadden geholpen met onderduiken (Hijink & Wallet).
Tegenstand in Joodse kringen kwam vooral uit de zionistische hoek, de stroming die vond dat de toekomst van het Jodendom in een Joodse staat lag. In die hoek vond men de opstelling van het comité een typisch voorbeeld van de vernederende onderdanigheid van een diaspora-gemeenschap, iets waar men in een Joodse staat geen last van zou hebben.
Het monument werd in februari 1950 onthuld door burgemeester A.J. d'Ailly, die daarbij sprak over trots maar ook over schaamte.
Oorspronkelijk stond het aan de overkant van het Weesperplein, bij de ingang van de Stadstimmertuin. Het moest daar in 1968 weg om plaats te maken voor een metro-uitgang. Er werd een nieuwe locatie gevonden in een plantsoen aan de Weesperstraat, op een plek waar voor de oorlog een rijtje voornamelijk Joodse huizen had gestaan. Bij de verplaatsing werden de reliëfs vervangen door kopieën in een hardere steensoort.
Op die locatie moest het in 2020 wijken voor het nieuwe Namenmonument. Sinds mei 2021 staat het weer op het Weesperplein. Op een zuiltje naast het monument wordt de geschiedenis ervan verteld, met de opmerking dat het inmiddels ook een herinnering is aan hoe complex de verwerking van de oorlog en de Holocaust in Nederland zijn verlopen.
De ontwerper van het monument, beeldhouwer Johan G. Wertheim (Jobs voor intimi, 1898-1977), was zelf een overlevende van de Holocaust. Het monument is uitgevoerd in gele Franse zandsteen. De vijf hardstenen reliëfs tonen berusting, afweer, bescherming, weerstand en rouw.
Beelden van de onthulling in februari 1950.
Joodse Erkentelijkheid. Weesperplein