Woonhuis met kantoor van de NV Suikerraffinaderij v/h Spakler en Tetterode. Met een karakteristiek torentje met klok.
Het pand had geen deur aan de straat. Het was alleen toegankelijk vanuit andere panden van het fabriekscomplex. Op de begane grond waren keuken en woonkamer, op de eerste verdieping een "bediendenkantoor", en op de tweede twee slaapkamers. Omdat het geen deur had, had het ook geen adres, zodat in de archieven niet te vinden is wie er woonde. 109 was het nummer van de voorganger van het pand uit 1901.
Hendrik van der Masch Spakler en Jan Tetterode waren in 1846 een suikerraffinaderij begonnen aan de Lijnbaansgracht tussen Leidsegracht en Leidseplein, in het pand van de oude achttiende-eeuwse suikerfabriek āDe Granaatappelā. Spakler woonde daar aanvankelijk ook. De fabriek dijde geleidelijk uit en besloeg uiteindelijk het gehele bouwblok, op de kop aan het Leidseplein na. In 1890 werd aan de overkant van de Lijnbaansgracht een pakhuis gebouwd voor de fabriek - de huidige Melkweg. Rond 1900 werd ook de voorganger van dit hoekpand verkregen; daar zat toen nog een sigarenzaak. Het pakhuis en het nieuwe hoekhuis werden ontworpen door vader en zoon Salm, de huisarchitecten van de suikerfabriek.
In 1907 werd het buurpand aan de Leidsegracht afgebroken om plaats te maken voor een vijftig meter hoge schoorsteen. Het pand was in 1880 ontworpen door G.B. Salm. De schoorsteen verving een kleinere die ernaast stond, bij de Korte Leidsedwarsstraat. De hoop was dat de hogere pijp de overlast van rook en roetdeeltjes zou doen verminderen. De schoorsteen werd gebouwd door de firma De Ridder & Co uit Den Haag.
Bij de schoorsteen werden vervolgens twee bouwdelen toegevoegd met een nieuw ketelhuis en een eetzaal en kleed- en wasruimte voor het personeel. Dat was op de hoek van Leidsegracht en Korte Leidsedwarsstraat naar een ontwerp van Jonas Ingenohl.
Het bedrijf produceerde suiker voor menselijke en dierlijke consumptie, het laatste in de vorm van melasse-voedermeel. In 1920 werd de suikerfabriek gesloten. Er werkten toen ongeveer 250 mensen. Als reden voor de sluiting werd genoemd dat het moeilijk was aan grondstoffen te komen, door de vorming van de Centrale Suiker Maatschappij (CSM) in 1919 die concurrenten uit de markt drukte; de zgn. suikertrust. De relatief slechte bereikbaarheid van de fabriek zal ook een rol hebben gespeeld.
In een deel van de fabriekspanden en in het pakhuis kwam toen een melkfabriek van de "Onderlinge Vereeniging van Veehouders tot verkoop van zuivere koemelk", kortweg OVV. Die bleef er tot 1969.
Het deel aan de Leidsegracht, inclusief dit hoekhuis, kwam echter in handen van de firma W.H. Spiegel, een glazenwasserij en fabriek van rolluiken en zonweringen. De hoge schoorsteen werd afgebroken. Spiegel had het vak geleerd bij glazenwasserij Heineken alvorens in 1904 voor zichzelf te beginnen op Overtoom 342. In 1905 verplaatste hij het bedrijf naar de voormalige tramremise aan het begin van de Overtoom en in 1922 naar de Leidsegracht. In 1929 werkten er 600 mensen voor het bedrijf. Als schoonmaakbedrijf bleef het tot in de jaren 1980 actief op de hoek van Leidsegracht en Korte Leidsedwarsstraat. Het hoekhuis Lijnbaansgracht was in de jaren 1940 (en wellicht eerder) alsnog in gebruik bij de OVV.
In 1975 werd de bebouwing op deze hoek afgebroken om plaats te maken voor een nieuw politiebureau. Dat werd het onderkomen van agenten van twee verouderde bureaus: bureau Leidseplein en bureau Singel. Het nieuwe districtsbureau werd ontworpen door architecte A.C. van Hattem (1924-1984) van Publieke Werken. Het was in 1977 gereed. Ernaast werd toen begonnen met de bouw van een complex met 28 appartementen en drie bioscoopzalen.
Leidsegracht 109
Er zijn 5 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.