10 oktober 1882 - 18 februari 1959
Arnoldus Ulricus Ingwersen werd geboren in Amsterdam. Hij leerde het bouwvak in de praktijk, voordat hij naar de Industrieschool ging. Vervolgens kwam hij in de leer bij de architect H. Bonda. Later kwam hij bij Tjeerd Kuipers, waar hij het tot compagnon schopte. In 1912 begon hij voor zichzelf, hoewel hij veel bleef samenwerken met Kuipers.
Ingwersen was van huis uit gereformeerd: zijn vader was nog een compaan geweest van de anti-revolutionaire voorman Abraham Kuyper. Ingwersen werkte onder meer voor de protestantse woningbouwvereniging Patrimonium (bijv. Zaanhof, 1919). Ook tekende hij het Gereformeerd Gymnasium aan de Keizersgracht. Hij verbouwde de aan de VU gelieerde Valeriuskliniek (1937).
Hij was ook buiten Amsterdam actief. Zo bouwde hij in Amstelveen de Johanneskapel en de kweekschool van Het Leger des Heils aan de Amsterdamseweg.
Ingwersen was voorzitter van de schoonheidscommissie van de gemeente Nieuwer-Amstel (het huidige Amstelveen), en hoofdredacteur van de bijlage over bouwkunst en techniek van dagblad De Standaard.
Hij was wars van de nieuwe architectuur die in de jaren 1930 opgang maakte. In een beschouwing in De Telegraaf in 1935 vergeleek hij de Bergpolderflat van Van Tijen in Rotterdam met de treinwagons waarmee kippen naar de slacht werden vervoerd.
Hij trouwde twee keer; in geen van die huwelijken werden kinderen geboren. Hij overleed in 1959, in de Valeriuskliniek, en werd begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats.