Brug 101, de Nieuwe Amstelbrug: een dubbele stalen basculebrug over de Amstel, gelegen in het verlengde van de Ceintuurbaan, tussen Amsteldijk en Weesperzijde. De brug is in 1986 geheel vernieuwd; feitelijk is de huidige brug een replica.
Architect Hendrik Leguyt van Publieke Werken maakte het eerste ontwerp. Dat werd op enkele punten aangepast door H.P. Berlage, met als resultaat een sierlijk geheel.
Er is officieel geen brug met de naam Amstelbrug, maar de Hogesluis werd wel vaak zo genoemd. Vandaar dat deze brug de naam Nieuwe Amstelbrug kreeg, hoewel ook de naam Wilhelminabrug geopperd werd.
Zo'n 25 jaar later zou Berlage ook de brug verderop ontwerpen, de Berlagebrug.
Het brugwachtershuisje aan de Amsteldijk werd in 1912 gebouwd, naar een ontwerp van J.M. van der Mey.
De hekken waarmee de brug kon worden afgesloten, zijn nog aanwezig. Ze werden in de jaren 1920 ontworpen door P.L. Kramer.
Voorgeschiedenis
Het eerste idee voor een brug over de Amstel die de nieuwe stadswijken met elkaar moest verbinden, kwam voor zover bekend van stadsingenieur J.G. van Niftrik. In zijn uitbreidingsplan uit 1866 staan drie bruggen getekend, waaronder een spoorbrug. Het plan werd afgewezen. In het wel uitgevoerde plan-Kalff (1875) was geen brug opgenomen. De Ceintuurbaan werd dertig meter breed gemaakt om er makkelijk trams doorheen te kunnen laten rijden, maar kreeg geen equivalent aan de overzijde van de rivier.
Tramondernemer en architect Theodor Sanders presenteerde in 1880 een plan voor een netwerk van stoomtrams in en om Amsterdam. De belangrijkste lijn daarin was een ringlijn om de toenmalige stad heen, met Centraal Station als begin- en eindpunt en met een brug over de Amstel ter hoogte van de Ceintuurbaan. Voor de brug maakte hij een jaar later een monumentaal ontwerp. Om de brug te financieren zou het een tolbrug worden, met in het midden een 54 meter hoge uitkijktoren, een belvedĆØre. Sanders ontving nul op het rekest; de gemeente besloot een monopolie te verlenen aan de paardentrams van de AOM.
In 1884 ging er een stoompont varen tussen de Sint Willibrordusstraat en de Blasiusstraat. De pont werd geƫxploiteerd door de AOM en vormde geduchte concurrentie voor de roeiers die vanouds mensen overzetten, de zogeheten jollemannen.
De gemeente Nieuwer-Amstel vatte in 1887 het plan op voor een brug tussen haar nieuwe raadhuis en de Grensstraat. Ook dat plan ging niet door: Amsterdam vreesde een te grote belemmering voor de scheepvaart en wilde wachten tot de opening van het Merwedekanaal. Wel liet Nieuwer-Amstel vanaf 1889 op de plek van de gedroomde brug een stoompont varen. Daartoe werden de twee pontveren van de AOM overgenomen; de verbinding bij de Blasiusstraat werd opgeheven.
Sanders kwam in 1895 met een nieuw plan voor een tramnet, ditmaal elektrisch, wederom met een lijn over de Ceintuurbaan en een brug over de Amstel. Het ontwerp voor de brug werd gemaakt door een voormalige medewerker en compagnon van Sanders: H.P. Berlage. Het plan stuitte op tegenwerking van de AOM en stierf een stille dood.
In 1896 volgde een plan van de Maatschappij Amstelkwartier, een vastgoedonderneming met bezit aan beide kanten van de Amstel. Zij vroeg toestemming voor de bouw van een houten ophaalbrug tussen Ceintuurbaan en Ruyschstraat. Ook dit plan werd afgewezen: de brug zou te smal en te lelijk zijn, en de gemeente wilde eerst plannen uitwerken voor een tramnet in de buitenwijken.
De stoompont keerde in 1897 terug naar de steigers bij de Willibrordusstraat en Blasiusstraat. Er bleef ook een boot varen bij het raadhuis van Nieuwer-Amstel.
In 1898 hakte de gemeente eindelijk knopen door in wat inmiddels de tramkwestie was gaan heten. Besloten werd om de lijnen en voertuigen van de AOM te naasten, het netwerk te elektrificeren en nieuwe lijnen aan te leggen in de nieuwe wijken. Dat laatste omvatte ook de bouw van een nieuwe Amstelbrug.
De tekeningen voor de brug waren in 1900 gereed, de aanbesteding volgde in december. In 1901 begonnen de werkzaamheden. De elektrische installatie en ijzeren onderdelen werden geleverd door de Haarlemsche Machinefabriek v/h gebr. Figee. Op zondag 3 juli 1903 werd de brug opengesteld voor het landverkeer.
De gemeenteraad besloot in 1904 om het overgebleven veer Grensstraat-Tolstraat zuidwaarts te verplaatsen, naar de Schollenbrug.
Nieuwe Amstelbrug. Ceintuurbaan
Er zijn 319 afbeeldingen in de beeldbank van het Stadsarchief die gerelateerd zijn aan dit adres.