In 1991, de Koude Oorlog was net voorbij, publiceerde het ministerie van Cultuur een lijst met honderd rijksmonumenten die in geval van nood met prioriteit beschermd zouden moeten worden. Bij een oorlog of een natuurramp zou het onmogelijk zijn om alle 43.000 toenmalige rijksmonumenten goed te beschermen en dus was een selectie nodig, was het idee. Er werden aparte lijsten gemaakt voor glas-in-loodramen, luid- en slagklokken, uur- en speelwerken en orgels.
De selectie was gemaakt door de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Amsterdam was met dertien bouwwerken goed vertegenwoordigd. Zes daarvan dateren uit de periode 1850-1940.
Met Spaarndammerplantsoen werden de drie woningbouwcomplexen van Michel de Klerk rond het plantsoen bedoeld: noordzijde (1913-1915), zuidzijde (1915-1918) en het Schip (1917-1920).
Het stadhuis van Weesp (1776) haalde eveneens de lijst.
Op de lijst staan ook enkele complexen, zoals het Agnetapark in Delft en de Kiefhoek in Rotterdam. De grachtengordel ontbreekt; wellicht werd die als te groot gezien.