Om drankgelegenheden heeft Amsterdam nooit verlegen gezeten. Rond 1850 waren er enkele tientallen koffiehuizen en honderden tapperijen, wijnhuizen en kroegen. Uit eten gaan was toen nog geen wijdverbreid tijdverdrijf, maar in de koffiehuizen en op allerlei andere plekken werden ook warme maaltijden geserveerd.
Koffiehuizen en gaarkeukens waren niet de plekken waar de maatschappelijke bovenlaag graag vertoefde. Er ontstond gaandeweg behoefte aan restaurants zoals die in grote steden in het buitenland al bestonden. Een van de eerste deftige restaurants was Riche (1883), op het Rokin.