De neogotiek grijpt terug op de middeleeuwse gotiek, de stijl van de grote Franse kathedralen met spitsbogen, pinakels, luchtbogen en steunberen. De stijl was vooral populair onder katholieken, vanwege die verwijzing naar een groots katholiek verleden.
De stijl kwam op rond 1840, toen katholieken weer nieuwe kerken gingen bouwen. Grootste pleitbezorger was de Roermondse architect Pierre Cuypers. In Amsterdam paste hij de stijl onder meer toe in de Dominicuskerk in de Spuistraat. In de 20e eeuw werd de stijl vrijwel niet meer toegepast.
Vergeleken met gotische bouwwerken zien neogotische gebouwen er strakker, schoner uit, doordat gebruik werd gemaakt van machinaal vervaardigde bakstenen.