21 februari 1856 - 12 augustus 1934
Hendrik Petrus Berlage werd geboren in Amsterdam. Zijn vader was advocaat. Als jongen woonde hij enige tijd tegenover het woonhuis van Pierre Cuypers in de Vondelstraat. Berlage doorliep in Arnhem de HBS, studeerde een jaar aan de Amsterdamse Rijks-Academie van Beeldende Kunsten en daarna aan de vooraanstaande Eidgenössische Polytechnische Schule in Zürich. In 1881 trad hij in dienst van Th. Sanders, waar hij in 1884 compagnon werd. Vijf jaar later ging hij zelfstandig verder.
Aanvankelijk hanteerde hij de destijds populaire neostijlen, die teruggrepen op het verleden. Later experimenteerde hij met mengvormen van rationalisme en art nouveau. Uit zijn voorkeur voor torens blijken Italiaanse invloeden.
Berlages architectonische hoofdwerk is ontegenzeggelijk de Koopmansbeurs aan het Damrak (1903). Zelf vond hij het Gemeentemuseum in Den Haag het meest geslaagd, hoewel dat pas in 1935 werd geopend, na zijn dood. Dat gebouw vertoont invloeden van de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright.
De Koopmansbeurs was een baanbrekend ontwerp. Het brak definitief met de oude neostijlen. De structuur van het gebouw had voldoende kracht om een ruimte te scheppen; met architectonische middelen dus, zoals geleding van de gevel en variëren met de bouwhoogte.
In 1910 werd Berlage huisarchitect van de net opgerichte Algemeene Woningbouwvereeniging (AWV). Voor die woningcoöperatie heeft hij diverse complexen ontworpen.
In 1914 verhuisde hij naar Den Haag.
Berlage was ook stedenbouwkundige. Zo maakte hij plannen voor Zuid (Plan Zuid, 1905/1917) en voor de Transvaalbuurt (1903).
Berlage was in 1887 getrouwd met Marie Bienfait, met wie hij twee kinderen kreeg. Hij overleed in 1934 in Den Haag en werd gecremeerd te Westerveld. Sinds 1966 staat te zijner nagedachtenis een standbeeld op het Victorieplein.